Geachte heer Liebregts,
Hieronder mijn opmerkingen aangaande de gemeentelijke
plannen.
De gemeente blijft van mening, dat in de Paterstraat een
maximumsnelheid moet worden gehandhaafd van 50 km/h. Dit doet
zeker geen recht aan de hoofdfunctie van de Paterstraat, die ook
de gemeente aanduidt als een erftoegangsweg. Bij een
erftoegangsweg behoort een inrichting van de weg die gebaseerd
is op 30 km/h. Als een dergelijke inrichting wel wordt
nagestreefd, maar men houdt de snelheid op 50 km/h. dan gaat men
totaal voorbij aan het hoofdprincipe van het concept "duurzaam
veilig" , waar ook de gemeente zegt achter te staan, en wordt er
onduidelijkheid en onveiligheid gecreëerd. Juist als er veel
vrachtverkeer van de weg gebruik moet maken is een lage snelheid
van essentieel belang. Dit besef is er bij de gemeente kennelijk
wel, gezien de snelheidsremmende maatregelen, maar heeft zij een
andere agenda als het gaat om de consequentie van een
maximalisering van de snelheid tot 30 km/h.Dit brengt de
gemeente tot een spagaat, die tot een slecht ontwerp leidt.
Als het om de reistijd gaat van de vrachtauto's, dan is het
verschil tussen het rijden van begin tot einde van de
Paterstraat nog net geen minuut als men 30 km/h rijdt i.p.v. 50.
Hierbij moet worden opgemerkt, dat als een vrachtauto 50 km/h
aanhoudt over het gehele traject de chauffeur volstrekt
onverantwoord rijdt. Het feitelijke tijdsverschil is daarom
aanzienlijk lager. Deze beperkte tijdwinst moet afgewogen worden
tegen een belangrijke winst in verkeersveiligheid en
wooncomfort. En er is nog een belangrijke winst als er een
snelheidslimiet van 30 km/h komt, namelijk duidelijkheid, want
de inrichting van de weg is dan in overeenstemming met de
functie en de toegestane snelheid. Het is dan voor de
weggebruiker volkomen duidelijk hoe zich qua verkeer te
gedragen.
Ten aanzien van het voorliggende plan:
Op wegen waar de snelheid binnen de bebouwde kom 50 km/h (dat
is dan per definitie een Gebiedsontsluitingsweg) moet de
voorrang op alle kruispunten geregeld zijn. In het plan
wordt de gelijkwaardigheid van de aansluitingen door het plateau
en de punaise juist benadrukt. Een goede maatregel voor een weg
met een snelheidslimiet van 30 km/h., maar met 50 km/h geeft dit
verwarring, want een 50 km/h-weg heeft in principe voorrang, is
de ervaring ook van de automobilist.
Een wegprofiel, waarin een rijloper van ca. 2,75 meter met
aan weerszijden een suggestiestrook voor fietsers behoort
eigenlijk niet in het concept "duurzaam veilig" thuis,
maar kan toch in sommige gevallen een goede en veilige oplossing
bieden en ook omdat dit niet tot onduidelijkheid en/of
verwarring leidt kan deze constructie zeker worden toegepast,
maar wel onder voorwaarden. Omdat fietsers en automobilisten van
dezelfde stroken gebruik maken en er dus geen scheiding is
tussen verkeer met grote snelheidsverschillen hoort hier een
maximale snelheid bij van 30 km/h. Door de rode loper, waarop de
automobilist de fietser niet mag hinderen, heeft de fietser
enige bescherming. Deze lopers moeten wel consequent worden
doorgezet.
Hoeken in fietsstroken worden al gauw afgesneden door
automobilisten. Daarom is het goed daar waar deze hoeken niet te
vermijden zijn de fietsers fysieke bescherming te bieden, vooral
wanneer de fietsers naar binnen komen.
De voorrang bij de Lindestraat is niet duidelijk: het plateau
suggereert gelijkwaardigheid, maar de lay-out doet meer denken
aan voorrang voor de Paterstraat. Waarom hier geen punaise als
de wegen inderdaad gelijkwaardig zijn?
Tot zover enkele algemene opmerkingen.
Met vriendelijke groet,
ing. Henk Mulder
verkeerskundig consulent Veilig Verkeer Nederland